OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN EN DE TOELICHTING

Baten en lasten in de jaarrekening per programma

Programmalijn Zelfredzaamheid

Begroting voor
wijziging 2022

Begroting na
wijziging 2022

Rekening
2022

%

Verschil

Baten

8.037

7.932

7.834

99%

-98

Lasten

109.987

138.549

131.401

95%

7.148

Saldo Zelfredzaamheid

-101.949

-130.617

-123.567

95%

7.050

Programmalijn Zelfredzaamheid

Begroting voor
wijziging 2022

Begroting na
wijziging 2022

Rekening
2022

%

Verschil

PKB

97

97

Reserves

135

75

56%

-60

Overig

8.037

7.797

7.662

98%

-135

Saldo baten

8.037

7.932

7.834

99%

-98

PKB

8.708

9.552

9.801

103%

-248

Kapitaallasten

3

3

3

100%

Reserves

3.139

3.139

100%

Overig

101.276

125.855

118.459

94%

7.396

Saldo lasten

109.987

138.549

131.401

95%

7.148

Saldo Zelfredzaamheid

-101.949

-130.617

-123.567

95%

7.050

Wijkteams algemeen
Wijkteams algemeen bestaat uit diverse jeugd- en Wmo-producten en de organisatiekosten van de wijkteams. De belangrijkste afwijkingen inclusief de afwijking met de FinRap 2022 worden hieronder toegelicht.

Jeugd € 1.054.633 voordeel op de lasten en € 409.287 nadeel op de baten:

  • Landelijke jeugdzorg (LTA): Een nadeel van € 140.000 in verband met licht toegenomen instroom. De meeste verwijzingen lopen via rechtstreekse verwijzers en niet via de gemeente. De meeste LTA-producten zijn kostbare trajecten waardoor sneller sprake is van een financiële afwijking.
  • PGB’s Jeugd: Een voordeel van € 366.000 als gevolg van een lagere instroom. We zien hierin een verschuiving naar gecontracteerd aanbod.
  • Subsidie gecertificeerde instellingen: een voordeel van € 460.000. We zien een forse verlaging van de instroom bij de jeugdreclassering en jeugdbescherming waardoor minder inzet nodig is. Het voordeel bedraagt in totaal € 958.000 waarvan € 498.000 terug vloeit naar de regio gemeenten. Dit veroorzaakt een nadeel op de baten.
  • Niet gecontracteerd aanbod Jeugd : Een nadeel van € 685.000. Dit nadeel wordt volledig veroorzaakt door de wijziging van het woonplaatsbeginsel in 2022.
  • Gecontracteerd aanbod jeugdhulp : Een voordeel van € 250.000. Door samenwerking met huisartsen (SOJ-Specialistisch Ondersteuner Jeugd) is minder inzet nodig van de zogenaamde maatwerkvoorzieningen bij zorgaanbieders. Ook heeft de verschuiving zich doorgezet van inzet van jeugdhulp in verblijf (zorginstelling) naar jeugdhulp in de thuissituatie (ambulant).
  • Sociaal Medische Indicatie : Een nadeel van € 132.000 als gevolg van een toenemende inzet van dit product bij gezinnen met kinderen. Hiermee wordt voorkomen dat deze kinderen in een later stadium in duurdere jeugdzorg vormen terecht komen.
  • Jeugd Transformatie : Een voordeel van € 555.000. Initiatieven gericht op de versterking van de sociale basis en het voorkomen van maatwerk zijn niet in 2022 gestart omdat deze niet binnen de verstrekte opdrachten passen en een aanbesteding nodig bleek. Daarnaast lukt het uitbreiden van inzet op de reguliere producten niet vanwege gebrek aan personele capaciteit bij de aanbieders.

WMO totaal voordeel van € 2.530.800 op de lasten  en € 134.300 voordeel op de baten
Het voordeel wordt met name door de volgende afwijkingen veroorzaakt:

  • Hulp bij het huishouden: Een voordeel van € 207.500 bestaande uit een voordeel van € 857.500 op de verstrekkingen Hulp bij het Huishouden en een nadeel van € 650.000 als gevolg van de versnelde herindicaties in het kader van Sturing en Inkoop 2022. In de begroting was rekening gehouden met een verdere stijging van de indicaties. De verwachte stijging van indicaties heeft zich in 2022 in beperktere mate voorgedaan. Daarnaast hebben de zorgaanbieders als gevolg van personeelstekorten en hoger ziekteverzuim, minder hulp kunnen inzetten dan geïndiceerd. De afwijking op dit product was grotendeels voorzien bij de Finrap.
  • Doelgroepenvervoer : Een voordeel van € 220.000, grotendeels conform melding Finrap, als gevolg van minder vervoersbewegingen. Na Corona is het vervoer via Omnibuzz wel weer toegenomen, maar blijft onder het niveau van voor Corona.
  • PGB Wmo: Een voordeel van € 506.500, bijstelling op melding Finrap. De verwachte stijging als gevolg van nieuwe contractering is uitgebleven. De in 2021 ingezette dalende trend van het aantal PGB's is in 2022 gestabiliseerd.
  • Vervoersmiddelen (inclusief rolstoelen): Een voordeel van € 404.200 als gevolg van veel hergebruik van hulpmiddelen. Zoals reeds bij de Finrap gemeld, is het aantal verstrekkingen gestabiliseerd terwijl door de vergrijzing verwacht werd dat dit zou stijgen.
  • Begeleiding: Een voordeel van € 885.000, dat grotendeels voorzien was bij de Finrap, wordt veroorzaakt doordat het aantal indicaties en de uiteindelijke kostprijzen lager zijn dan uitgevallen dan bij de begroting was voorzien.
  • I nnovatiebudget Wmo: Een voordeel van € 201.000. Omdat in het jaar 2022 het accent lag op regionale implementatie van Sturing en Inkoop is dit budget regionaal nog niet besteed. Dit voordeel is iets hoger uitgevallen dan ten tijde van de Finrap werd voorzien.
  • Daarnaast is sprake van een aantal kleine voordelen op de baten, het belangrijkste voordeel betreft een stijging van inkomsten van de Eigen Bijdrage van € 91.500.

Huizen van de wijk € 102.000 voordeel op de lasten
Het voordeel op de lasten is hoofdzakelijk veroorzaakt doordat we in 2022 terughoudend zijn geweest met het doen van investeringen in afwachting van de herijking van het beleid gemeenschapsaccommodaties.

Beschermd Wonen en Maatschappelijk Opvang € 3.114.000 voordeel op de lasten en € 111.000 voordeel op de baten
De baten op dit organisatieproduct hangen nauw samen met de lasten omdat een aantal taken die Venlo voor de regio uitvoert, gedeclareerd mogen worden bij de MGR ten laste van het regionale budget BW, MO en B&P.
De belangrijkste afwijkingen op dit product zijn:

  • Declaratie MGR (baten): een voordeel op de baten van per saldo € 106.000. Dit wordt veroorzaakt door van de begroting afwijkende declaraties bij de MGR in verband met:
    • extra inkomsten ter hoogte van € 194.000 van cliënten die zitten bij niet-gecontracteerde aanbieders.
    • corona-gerelateerde inkomsten ter hoogte van € 48.000.
    • beperktere inzet op taken die Venlo in het kader van de regionale begroting uitvoert, met name € 66.000 nadeel van het Transferpunt en € 188.000 nadeel personele en materiële kosten ketenregie.
    • een voordeel van € 111.000 op de inkomsten door detachering van een medewerker vanuit Venlo bij de MGR, wat overigens leidt tot een nadeel op het PKB.
  • Voordelig saldo doordecentralisatie beschermd wonen : een voordeel van € 2.134.000 is ontstaan na afronding van het project doordecentralisatie. Dit is reeds bij de Vorap en Finrap gemeld.
  • Saldo regionale begroting: op basis van de jaarrekening MGR is het voordelig saldo van de regionale begroting voor Venlo € 1.668.000. Bij de Finrap is reeds € 370.000 hiervan in de reserve Brede aanpak dak- en thuislozen gestort, daarmee is het restantvoordeel € 1.258.000. Dit voordeel is met name veroorzaakt door een lager aantal indicaties in het 1e halfjaar bij de gecontracteerde aanbieders, en lagere kosten bij de afbouw van zorg bij niet meer gecontracteerde zorgaanbieders. Daarnaast is een aantal onderdelen uit de regionale begroting niet (volledig) besteed, zoals de extra middelen Brede aanpak dak- en thuislozen, de regionale ambulantiseringsmiddelen, kosten ketenregie en frictiekosten.
  • Lokale ambulantiseringsmiddelen: een voordeel van € 281.000 op de ambulantiseringsmiddelen, omdat het zwaartepunt van de activiteiten is verschoven naar 2023.
  • Meerkosten Corona regionale aanbieders: een nadeel op de  uitgaven van € 805.000 als gevolg van de extra corona-middelen die zijn toegekend bij de decembercirculaire. Deze middelen zijn overgeheveld naar de regionale begroting. Hier staat een voordeel tegenover bij de algemene middelen.

Maatschappelijke Opvang: voordeel € 475.000 op de lasten
Het voordeel wat grotendeels voorzien was bij de Finrap wordt met name veroorzaakt door:

  • Middelen Kind en Gezin: Een voordeel van € 122.000. Het Rijk heeft deze middelen en bijbehorende kaders pas laat in 2022 bekend gemaakt. Daarom is ingezet is op de lopende ontwikkelingen 2022 en daarmee is het budget niet volledig benut.
  • Bemoeizorg en Preventie: Een voordeel van € 120.000 doordat gemeenten geen bijdrage meer betalen voor regionale uitvoering bemoeizorg en preventie.
  • Overig: Een voordeel van € 233.000 door diverse kleinere afwijkingen, onder andere het niet doorgaan van de anti-stigmacampagne, compensatie salariskosten en lagere kosten van aantal initiatieven zoals de herstelacademie.

MGR: een voordeel van € 145.000 op de lasten.
Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door afrekeningen 2021 en 2022. Daarnaast is ook sprake van een voordeel omdat ten tijde van het opstellen van de gemeentebegroting, de begroting van de MGR nog niet beschikbaar was (de raming van het budget was hoger dan de bijdrage van Venlo op basis van de begroting van de MGR).

Deze pagina is gebouwd op 05/10/2023 10:49:57 met de export van 05/10/2023 10:17:59