Inleiding
De financiële positie speelt een belangrijke rol binnen de te maken integrale afwegingen over de te varen koers op de korte, maar vooral op de strategische en daarmee de (middel)lange termijn. De financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgaven van de stad. Het te bereiken maatschappelijk rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke doelstellingen zijn hierbij van belang.
Conclusie financiële positie
De begroting 2022, welke is vastgesteld in november 2021, kenmerkte zich met ruimte om te investeren in (versterking van) de aantrekkingskracht van Venlo, onderhoud openbare ruimte en groen, uitvoering geven aan de regiodeal en regionale investeringsagenda en af te maken waar we aan begonnen zijn. En waarbij voldoende afwegingsruimte beschikbaar was voor het nieuw aan te treden bestuur. Het jaar 2022 kenmerkte zich ook in financiële zin met majeure externe ontwikkelingen en uitdagingen zoals de oorlog in Oekraïne, grondstofschaarste en forse stijging van de inflatie. Gemeenten zijn hierbij ook gevraagd om extra regelingen uit te voeren waarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld zoals de uitvoering van de energietoeslag en de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne.
Evenals in het jaar 2021 hebben we ook in 2022 incidenteel profijt gehad van (aanvullende) middelen in het gemeentefonds zoals de bevriezing van het accres en het incidenteel stopzetten van de opschalingskorting. Zoals wij dit noemen: Incidentele 'compensatie' van een structureel probleem. Er zijn immers nog altijd geen structurele afspraken voor een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026. Incidentele compensatie en beschikbaar stellen van middelen lost een structurele begrotingsuitdaging niet op. En dat is moeilijk uit te leggen in een omgeving waarbij inwoners het moeilijk hebben om de rekeningen te kunnen betalen.
In het gemeentefonds zijn ook middelen beschikbaar gesteld die in 2022 zijn ontvangen maar waarbij de uitvoering zich over meerdere jaren spreiden. Bij de tussentijdse rapportage(s) zijn hiervoor reeds middelen middels een bestemmingsreserve gereserveerd. Als voorbeelden worden genoemd de ontvangst van middelen voor de energietoeslag 2023, de zogenaamde POK middelen (Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag), bestemming van middelen welke gebonden zijn aan regionale afspraken. Per saldo is er in 2022 € 15.492.000 toegevoegd aan de (bestemmings)reserves (onttrekkingen aan reserves € 30.046.000 en toevoegingen aan de reserves € 45.538.000). Naast de verrekeningen met de algemene reserves op basis van vastgestelde uitgangspunten gaat het vooral om reservering van middelen welke in een later jaar worden uitgegeven voor realisatie van de maatschappelijke opgaven.
Evenals in 2021 zijn er ook in 2022 bedragen aan het resultaat vrijgevallen omdat middelen van het Rijk zeer laat ontvangen zijn die wel in 2022 verantwoord moeten worden maar welke in 2023 leiden tot het uitvoeren van de activiteiten. Tevens zijn er bedragen vrijgevallen als gevolg van verslagleggingsregels waaraan concrete verplichtingen ten grondslag liggen en zijn er incidentele middelen vrijgevallen waarbij de werkzaamheden over de jaargrens heen zullen plaatsvinden. Hiertoe zullen bij de behandeling van de jaarrekening verzoeken tot bestemming van het resultaat worden gedaan.
Ondanks de bijzondere ontwikkelingen en crisissen zijn wij in financiële zin binnen de vastgestelde kaders gebleven en bedraagt het financieel resultaat € 20.288.000 na verrekening met de reserves. Bij de FinRap werd een geprognosticeerd resultaat gerapporteerd van € 17.120.000. Het resultaat is voornamelijk incidenteel enerzijds als gevolg van incidentele meevallers binnen bijvoorbeeld het gemeentefonds en anderzijds zijn structurele ontwikkelingen reeds vertaald in de (meerjaren)begroting 2023-2026.
Als gevolg van voornoemde ontwikkelingen zijn de financiële indicatoren verder verbeterd. Hierbij wordt opgemerkt dat het voor een (groot) deel betrekking heeft op 'uitgestelde' reserveringen. Met andere woorden bij besteding van de gereserveerde middelen op basis van de door uw raad vastgestelde doelstellingen zullen de bestemmingsreserves verminderen en daardoor impact hebben op de financiële positie op de middellange termijn. Door het ontbreken van structurele afspraken met het Rijk voor wat betreft de financieringssystematiek vanaf 2026 blijft het (meerjaren) begrotingsperspectief diffuus.
In het vastgesteld coalitieakkoord is opgenomen dat een eventueel positief rekeningresultaat vanaf de jaarrekening 2022 onderdeel is van de integrale afweging bij de begroting op basis van de gestelde kaders bij de kadernota.
Beoordeling financiële positie
De beoordeling van de financiële positie, waarop de conclusie gebaseerd is, vindt plaats op basis van de door u vastgestelde strategische en tactische doelstellingen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
De tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meerdere kengetallen. Deze kengetallen- inclusief een analyse en beoordeling- worden uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (kengetallen financiële positie) en in de paragraaf financiering. In deze paragraaf worden de belangrijkste conclusies weergegeven.
Financieel resultaat:
De doelstelling is een structureel sluitende begroting. De jaarrekening 2022 sluit met een positief resultaat van € 20.288.000 na verrekeningen met de reserves. Het saldo van baten en lasten voor verrekening met de reserves bedraagt € 35.780.000 positief. Dit betekent dat er een bedrag van per saldo € € 15.492.000 is toegevoegd aan de (bestemmings)reserves (het saldo van onttrekkingen aan reserves € 30.046.000 en toevoegingen aan de reserves € 45.538.000). In het overzicht van baten en lasten worden de verschillen ten opzichte van de begroting op programmaniveau inclusief de algemene middelen verder toegelicht.
Voldoende weerstandscapaciteit
De doelstelling is het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn".
De ratio weerstandsvermogen bedraagt, op basis van de direct beschikbare middelen 1,86. Dit is in lijn met de verwachting ten opzichte van de (gewijzigde) begroting 2022 (1,91). De ratio bevindt zich hierbij binnen de door u vastgestelde streefwaarde van tussen de 1,4 en 2,0. Hierbij wordt opgemerkt dat niet gekwantificeerde risico's zoals de mogelijke consequenties en gevolgen van de oorlog in Oekraïne, energietransitie en klimaatadaptatie niet in het risicoprofiel zijn opgenomen. Op basis van de jaarrekening voldoen wij aan de vastgestelde doelstelling.
De solvabiliteitsratio bedraagt 34% en is een verbetering ten opzichte van de (gewijzigde) begroting (30%). Dit wordt veroorzaakt door een toename van het eigen vermogen van circa € 43.000.000, het balanstotaal is € 65.000.000 hoger dan de begroting na wijziging. Het hogere eigen vermogen wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het rekeningresultaat van € 20.288.000 en een positief saldo van minder onttrekkingen en meer toevoegingen aan de (bestemmings)reserves. Afhankelijk van de bestemming van het resultaat en de ingezette koers is de verwachting dat deze verbetering vooralsnog een incidenteel karakter heeft. Tevens wordt opgemerkt dat een belangrijk deel van het eigen vermogen daarmee gekoppeld is aan de door uw raad vastgestelde doelstellingen i.c. realisatie van de maatschappelijke opgave. Realisatie van deze doelstellingen i.c. deze maatschappelijke opgaven zal daarmee een negatief effect krijgen op de omvang van de solvabiliteitsratio.
Wendbare begroting
Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is in 2022 structureel niet overschreden.
De structurele exploitatieruimte is voor 2022 positief en bedraagt 11% en is daarmee positiever ten opzichte van de (gewijzigde) begroting (0,5%). De ratio ligt daarmee substantieel boven de door uw raad vastgestelde streefwaarde van groter dan 0. Dit betekent dat op basis van deze jaarrekening onze structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Hierbij wordt opgemerkt dat het gaat om de structurele exploitatieruimte zoals gedefinieerd in het Besluit Begroting en Verantwoording. Indien we rekening afzetten ten opzichte van de begroting 2023-2026 dan blijkt uit de interne analyse dat een bedrag van per saldo € 140.000 nog niet verwerkt is in de begroting 2023 en verder. Dit geeft aan het bijzondere en incidentele karakter van het rekeningresultaat 2022.
Acceptabele schuld
De doelstelling is dat de schuldpositie van de gemeente Venlo zich op een acceptabel niveau bevindt waarbij de door de gemeenteraad vastgestelde streefwaarden van de netto schuldquotes < 90% bedraagt. De schuldquotes (26% en 20%) bevinden zich in 2022 hiermee ruim binnen de door u vastgestelde streefwaarden en zijn lager dan op basis van de (gewijzigde) begroting verwacht werd (respectievelijk 39% en 32%). De netto schuld is circa € 53.000.000 lager uitgevallen vanwege het positieve rekeningresultaat van € 20.288.000, per saldo € 22.000.000 minder stortingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen, € 15.000.000 minder investeringsuitgaven en € 4.000.000 stijging van het onderhanden werk grondexploitaties.