PARAGRAFEN

Bedrijfsvoering

Vanaf het begrotingsjaar 2017 zijn gemeenten verplicht de effecten van beleid toe te lichten door een vaste set beleidsindicatoren op de nemen in de begroting en de jaarrekening. De meeste van deze indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl, onder het dashboard “Besluit Begroting en Verantwoording”. Dat geldt niet voor de beleidsindicatoren op het gebied van bedrijfsvoering. Hiervoor is geen landelijke bron beschikbaar. Deze indicatoren  zijn gebaseerd op eigen gemeentelijke informatie.

In deze paragraaf worden deze beleidsindicatoren gepresenteerd en nader toegelicht.

Beleidsindicatoren bedrijfsvoering

2021

2022

2022

Rekening

Primaire begroting

Rekening

1. Formatie: aantal fte per 1.000 inwoners

10

10

10

2. Bezetting: aantal fte per 1.000 inwoners

10

10

10

3. Kosten externe inhuur als % van totale loonsom *

12%

2%

16%

4. Overhead; % van totale lasten

11%

9%

10%

5. Apparaatskosten per inwoner **

905

967

995

* Inhuur als onderdeel van het formatieplan wordt niet separaat begroot en is onderdeel van de loonkostenbegroting.

** De weergegeven apparaatskosten primaire begroting 2022 zijn op basis van de nieuwe berekeningswijze die vanaf 2022 wordt gehanteerd.

Formatie en bezetting in fte

Januari 2022

December 2022

Formatie

Bezetting*

Formatie

Bezetting*

Bestuur

15

14

15

14

Teams

1034

1011

1043

1063

* Betreft de feitelijke personele bezetting in dienst van Venlo met een vaste of tijdelijke aanstelling inclusief reguliere inhuur op reguliere taken.

1+2 Formatie en bezetting
De gepresenteerde fte's in de tabel Beleidsindicatoren zijn exclusief formatie en bezetting van B&W, Raadsgriffie en Raad. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden en fte formatie van Venlo zelf.
In de tabel Formatie en bezetting in fte wordt de ontwikkeling van de totale formatie en bezetting (inclusief bestuur) in 2022 gepresenteerd. De stijging in bezetting van medewerkers betreft personele invulling op formatie welke gaandeweg in 2022 heeft geleid tot een bezetting vrijwel gelijk aan of tijdelijk hoger dan de formatie in fte. Dit als gevolg van de extra capaciteit ter uitvoering van de (tijdelijke) opgaven in de programmabegroting.

3. Externe inhuur
De totale inhuur ten opzichte van de Personeelsbegroting bedraagt inclusief covid en Oekraïne 16%. Een verklaring met betrekking tot de inhuur voor 2022 is opgenomen in de toelichting op de Personeelsbegroting. Inhuur als onderdeel van het formatieplan wordt niet separaat begroot.

4. Overhead
Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven. Het gerealiseerde overheadpercentage in 2022 ligt inclusief covid effecten in relatie tot personele inzet  in lijn iets hoger dan hetgeen in de begroting werd verwacht.

5. Apparaatskosten
De apparaatskosten bestaan uit de loonkosten voor het ambtelijk apparaat, de inhuur en de totale kosten voor overhead (zoals huisvesting en ICT). Kosten voor diensten die zijn uitbesteed, zoals de belastingsamenwerking BSGW vallen niet onder de apparaatskosten. Gemeenten die veel diensten uitbesteden hebben dan ook naar verwachting relatief lage apparaatskosten ten opzichte van gemeenten met weinig uitbestede taken. De afwijking tussen begroting en realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere externe inhuur.

Deze pagina is gebouwd op 05/10/2023 10:49:57 met de export van 05/10/2023 10:17:59