In de onderstaande tabel worden het budget en de realisatie van de Personeelskostenbegroting gepresenteerd:
Personeelskostenbegroting per 31 december 2022 | |||||
Personeelsbegroting (x € 1 miljoen) | |||||
Begroting | Realisatie | Saldo | Surplus | Saldo | |
Bestuur | 2,57 | 2,43 | 0,14 | 0,14 | |
Teams | 83,31 | 83,88 | -0,57 | 0,51 | -0,06 |
Concern | 0,49 | 0,62 | -0,13 | 0,27 | 0,14 |
Subtotaal | 86,37 | 86,93 | -0,56 | 0,78 | 0,22 |
Incidentele last eenmalige uitkering CAO 2022 | -0,56 | ||||
Incidentele bate Oekraïne/Asielzoekers | 0,58 | ||||
Saldo inclusief bijzonder resultaat | 0,24 |
Resultaat
Het resultaat op de Personeelskostenbegroting is in lijn met de FinRap 2022 waarin is uitgegaan van een om en nabij nihil resultaat . De inhoudelijke opgave van de programmabegroting is uitgevoerd binnen het vastgestelde budgettaire kader voor de personele inzet.
Het resultaat op de Personeelsbegroting bedraagt afgerond € 0,24 miljoen voordelig. Een relatief beperkte afwijking ten opzichte van het begrotingstotaal van € 86,37 miljoen.
In dit resultaat is een incidentele bate van € 0,58 miljoen opgenomen in relatie tot te ontvangen middelen ten behoeve van de uitvoering van taken in relatie tot Oekraïne in 2022. De Oekraïne middelen worden in een onderdeel van deze jaarrekening separaat verantwoord. Ten grondslag aan het resultaat liggen inhoudelijk met name:
- de vertraagde en uitgestelde invulling van vacatures onder andere daar waar sprake is van het niet of minder kunnen verrichten van werkzaamheden op locatie en een krappe arbeidsmarkt;
- het realiseren van meer ontvangsten in relatie tot de inzet van personeel;
- de verantwoording van niet voorziene incidentele personele lasten met betrekking tot de eenmalige uitkering in december 2022 met een omvang van € 0,56 miljoen nadelig als gevolg van een aanpassing van de CAO 2022.
CAO ontwikkeling en voorziening verlofsparen
In 2022 is een CAO afgesloten met terugwerkende kracht naar het jaar 2021. De kosten met betrekking tot structurele en eenmalige loonsverhoging van het jaar 2021 zijn ten laste gebracht van het resultaat 2021. De eenmalige uitkering in december 2022 is zoals vermeld onderdeel van het reguliere resultaat op de personeelskostenbegroting. Uitwerking en implementatie van deze CAO is op een aantal onderdelen gedurende het jaar 2022 gerealiseerd. In de Finrap is besloten op basis van BBV voorschriften een voorziening te treffen in het kader van verlofsparen. De omvang van deze voorziening ultimo 2022 bedraagt € 1,2 miljoen. In de begroting 2022 zijn deze kosten niet voorzien. Het incidenteel nadelig effect van het instellen van de voorziening is geen onderdeel van het reguliere resultaat op de personeelskostenbegroting van € 0,24 miljoen voordelig zoals in bovenstaande tabel vermeld. In de begroting 2023-2026 is reeds rekening gehouden met een loonkostenindexering van 3,3% structureel. Dit zal in het licht van het recent bereikte en nog te bekrachtigen principeakkoord en inflatiecijfers ontoereikend zijn. Dit betekent dat het financieel effect van de uiteindelijk overeen te komen arbeidsvoorwaarden vanaf 2023 een stuk hoger zal zijn dan in de begroting is voorzien.
Externe inhuur
Reden voor inzet van inhuur zijn het flexibel en doelmatig op basis van inhoudelijke keuzes invullen van (tijdelijke) formatieplaatsen, piekbelastingen, moeilijk vervulbare vacatures, inhuur in relatie tot (langdurige) ziekte en inhuur van deskundigheid/expertise. De totale omvang van de inhuur voor 2022 bedraagt € 13,9 miljoen (inclusief covid en Oekraïne inzet) en het inhuurpercentage ten opzichte van de begrote loonsom bedraagt per 31 december 2022 afgerond 16%. De meest recente benchmark in relatie tot inhuur, Personeelsmonitor 2021, toont voor 100.0000 + gemeenten een inhuurpercentage van 17% ten opzichte van de loonsom.