Doel van het grondbeleid
Het grondbeleid is overheidsbeleid gericht op de markt waar de grond wordt gekocht, geëxploiteerd, ontwikkeld en weer verkocht. Het omvat zaken als verwerving van grond, vestigen van een voorkeursrecht, onteigening, slopen, bouwrijp maken, aanleg nutsvoorzieningen, inrichting van de openbare ruimte, uitgifte van bouwrijpe grond en het kostenverhaal.
Het grondbeleid draagt bij aan:
- De realisering van maatschappelijke doelstellingen van de gemeente Venlo via ruimtelijk-fysieke initiatieven.
- De verbetering van de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting.
- Een rechtvaardige verdeling van kosten en baten die ontstaan als gevolg van interventies door de gemeente, en/of particulieren op het terrein van de ruimtelijke inrichting.
Actief grondbeleid
De gemeente Venlo onderkent dat er sprake is van een grote vraag naar beschikbare kavels voor woningbouw en bedrijven. In het coalitieakkoord Venlo 2022 “Samen verder bouwen aan een gezond Venlo!” wordt de koers verlegd naar een actief grondbeleid. Deze koers is herbevestigd in de raadsmotie “Actieve grondpolitiek als stimulans” van 4 november 2022.
De opdracht is om actief over te gaan tot (meer) strategische verwerving van gronden en opstallen. Beoogd wordt om een actieve bijdrage te leveren aan maatschappelijk gewenste ontwikkelingen die leiden tot een beter woon-, werk- en leefklimaat.
Dit betekent dat de gemeente vanuit haar publieke belang sturing en regie wil voeren over bepaalde gewenste ontwikkelingen die marktpartijen niet zelf rendabel kunnen en willen oppakken. Waar zich reële kansen voordoen zal ingezet worden op strategische aankopen. Uiteraard gaat dit gepaard met een hoger financieel risicoprofiel dan bij faciliterend grondbeleid. Uiteraard worden bewoners en maatschappelijke partners zoals welzijnsorganisaties en woningbouwcorporaties nauw betrokken bij nieuwe initiatieven.
Kostenverhaal
Kostenverhaal vindt plaats via uitgifte van bouwkavels of via een anterieure overeenkomst.
De gemeente streeft er naar om vóór de vaststelling van het bestemmingsplan (“anterieur”) met partijen tot overeenstemming te komen over de ruimtelijke invulling, locatie-eisen, fasering en het verhaal van de kosten. Als de verwachting is dat dit niet lukt, bereidt zij een exploitatieplan voor. Daarin zijn onder andere de te verhalen kosten opgenomen. Een exploitatieplan dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden vastgesteld.